Roland Kahmann, Recoy : Alle belanghebbenden in de klimaatdiscussie moeten hun verantwoordelijkheden nemen ter bescherming van onze collectieve welvaart en welzijn
Energie is de enig waarlijk globale valuta. Iedereen heeft het voor dezelfde doeleinden nodig in vergelijkbare vorm. Dit is al sinds mensenheugenis het geval. Sterker nog, men zou kunnen stellen dat de verschillende ontwikkelingsstadia van homo sapiens over de afgelopen 200.000 jaar (bijv. te definiëren als de jager/verzamelaar fase, de landbouwontwikkelingsfase, het mercantilisme, het industrieel kapitalisme, en het consumentisme) gedreven worden door twee zaken, namelijk beschikbare energie(intensiteit) en informatie/collectieve leercapaciteit. Elke fase kenmerkt zich door een hoger energieverbruik (in acht nemend de totaliteit van direct en indirect verbruik) en een hoger informatieverwerkingsniveau.
In het huidige tijdsgewricht heeft er zich sinds de vijftiger jaren van de vorige eeuw een “Grote Versnelling” voorgedaan. Deze versnelling toont zich door een exponentiële groei in meerdere variabelen op het gebied van menselijke activiteit (bevolkingsgrootte, gebruik van water, aantal auto’s etc.) alsook gerelateerd aan de biosfeer (CO2 concentratie, uitsterving flora en fauna soorten, optreden van overstromingen etc.). Dit wordt alles gestut door de beschikbaarheid van goedkope fossiele brandstoffen. Deze grote veranderingen gedreven door menselijk handelen hebben tot discussies gevoerd om de huidige geologische periode in naam om te dopen van Holoceen naar Antropoceen.
We hebben energie nodig voor voedsel, vervoer, wonen en “spullen”. Veel van de energie-inhoud hiervan blijft verborgen voor onze directe observatie (vergelijk het rijden in een auto tov het gebruik van een mobiele telefoon). Met de verdere economische ontwikkeling van de – nu nog – tweede en derde wereld zal de benodigde hoeveelheid energie alleen nog maar toenemen met alle nadelige klimaateffecten tot gevolg, indien we ongebreideld gebruik blijven maken van fossiele energiedragers. Deze fossiele energiedragers zijn goedkoop en makkelijk beschikbaar en dit levert bijna een soort verslaving op. Overdrachtelijk gesteld, hebben we een Faustiaans verbond met de duivel gecreëerd.
De uitdaging is nu om – minimaal onder gelijkblijvend welvaartsniveau – aan de vraag naar energie te voldoen middels een energie-mix die de huidige negatieve klimaat-trend een halt toeroept en omkeert. Deze uitdaging is niet alleen financieel/economisch, maar heeft ook andere componenten in zich zoals politieke (hoe wordt een gewenste uitkomst omgezet rekening houdend met alle betrokkenen) en filosofische (wat zijn de expliciete en impliciete waarden van een samenleving met betrekking tot het milieu). Het portfolio van mogelijke energiedragers is elders reeds uitvoerig beschreven. Er lijkt helaas geen triviale, “makkelijke” oplossing direct beschikbaar. Met name niet doordat er door verschillende partijen voorwaarden gesteld worden die onverenigbaar zijn (zie onderstaande karikatuur) en omdat globale akkoorden nog steeds een grote mate van vrijblijvendheid hebben door het ontbreken van een autoriteit die bindende voorwaarden kan afdwingen.
Tevens wordt het probleem vaak slechts ten dele opgelost. Bijvoorbeeld de voorziene toename van duurzame opwekkingsmethodieken (zon, wind, etc.) zorgt ervoor dat er veel meer en meerdere soorten van energieflexibiliteit (zoals bijv. opslag) moeten zijn; congestie in het energie-net op lokaal niveau zal toenemen en dit vergt nauwkeurige planning, toename in volatiliteit van elektriciteitsprijzen etc. Als Recoy hebben wij ons bekwaamd om, tegen de achtergrond van volatielere elektriciteitsprijzen en grotere mismatch tussen energie vraag en aanbod, verschillende vormen van flexibiliteit te waarderen middels een aantal gerichte software oplossingen en om advies te verlenen omtrent flexibiliteitsinvesteringen zoals E-boilers, warmte-opslag etc.
Gegeven de complexiteit van de uitdaging en de globaliteit ervan lijkt het zinvol geen enkele mogelijke oplossingsbijdrage van tevoren uit te sluiten (zoals bijvoorbeeld kernenergie, CO2-opslag, een voor nu blijvende – maar veel bescheidener – rol voor fossiele brandstoffen in combinatie met CC(U)S etc.). De toekomstige energiemix zal uit vele componenten moeten bestaan. Eveneens moeten wij openstaan voor het feit dat een huidige oplossing mogelijk tijdelijk is (ook als dit bijvoorbeeld voor 30 jaar is) en dat een toekomstige oplossing door technologische vooruitgang (kernfusie ?) er totaal anders uit kan zien. Flexibiliteit in oplossing en attitude is belangrijk.
De grootste uitdaging echter zal bestaan in het feit dat er genoeg draagvlak gegenereerd moet worden in de samenleving en op mondiaal niveau om het probleem daadwerkelijk het hoofd te bieden.
Zoals reeds eerder gememoreerd is energie in uiteindelijke vorm benodigd voor voedsel, vervoer, wonen en spullen (elektronica, kleren, plastics etc.). Deze zaken behoeven processen zoals bijvoorbeeld landbouw, industrie, bouw. Met andere woorden de verantwoordelijkheid voor het terugdringen van de negatieve effecten van toenemend energieverbruik is gedeeld en ligt in gelijke mate bij de eindverbruikers, de industrie in zijn meest algemene vorm en de overheid (nationaal en supranationaal). Al deze partijen kunnen invloed uitoefenen en zijn tegelijkertijd kwetsbaar. De eindverbruikers doordat zij bepalen hoeveel en welke soorten van energie zij direct en indirect gebruiken en welk soort overheid zij kiezen met als eventuele straf een hoge te betalen product-eindprijs en een mogelijk desastreuze achteruitgang van de biosfeer. De industrie doordat zij de conversieprocessen beheersen en kosten eventueel kunnen afwentelen maar bij inefficiënte procesvoering verlies van marktaandeel en een eventuele economische ondergang riskeren. De overheid/politiek tot slot doordat zij scheppende voorwaarden kan creëren en middels financiële/fiscale instrumenten eventuele pijn vanwege klimaatmaatregelen rechtvaardig kan herverdelen; bij te veel afwijkende aspiraties tussen haar en haar kiezers riskeert zij evenwel verlies bij verkiezingen. Zo gesteld kunnen eindverbruikers niet alleen maar de industrie aanspreken op haar inertie; de industrie niet alleen maar wijzen op de kosten van klimaatmaatregelen en de overheid/politiek niet alleen maar nationaal kortzichtig (tot de volgende verkiezingen) handelen en internationaal wijzen naar anderen. Het ontwarren van deze Gordiaanse knoop zonder het bestaan van een supranationale autoriteit die bindende regelgeving kan afdwingen kan alleen slagen indien een ieder een deel van zijn eigenbelang opgeeft voor het grotere goed van een leefbaar leefklimaat. De actualiteit toont aan hoe groot deze uitdaging is : de recente politieke discussie over CO2 beprijzing leidt tot een reflex bij de industrie omtrent kostenstijgingen, banenverlies en als Nederland niet “voor de muziek” uit willen lopen; eindverbruikers maken zich veel zorgen omtrent de betaalbaarheid van de verschillende maatregelen en zetten de hakken in het zand; en een overheid die geen visie uiteenzet en bijv. middels scheve energiebelastingen, ontbreken van congestiebeprijzing, onzekerheid omtrent salderingsregeling, etc. verkeerde prikkels zet.
Wat naar mijn mening nodig is, is dat er een narratief verteld wordt waarin de klimaatproblematiek gesteld wordt en een visie uiteengezet wordt omtrent de oplossing ervan en met name het pad er naartoe. Er moet duidelijk gemaakt worden hoe dit in de praktijk uitwerkt op ons allen en wie welke kosten wanneer moet dragen en welke hulp hierbij geboden kan worden. Tevens moet duidelijk zijn dat dit alles ook kansen biedt. Dit verhaal moet verteld worden door een aantal opinieleiders uit verschillende delen van de maatschappij zoals politiek, industrie en eindverbruikers. Alléén zo kan de knoop ontward worden en zullen mensen bereid zijn veranderingen te accepteren in ruil voor een duurzaam toekomstig leefklimaat.
Met dank aan S.Lewis/M.Maslin, G.Monbiot, V.Smil, B.Porcelijn, BLOG Klimaatverandering/Jip Lenstra.